Frikandellen, lief en leed tijdens bouw praalwagen Dikkupkes

DEN BOSCH – Een paar maanden te gast bij Bossche carnavalsvereniging De Dikkupkes, die ondertussen bouwt aan hun grote praalwagen, leert dat vriendschap en het delen van lief, leed en frikandellen minstens zo belangrijk is.

Links en rechts een aantal kenmerkende papier-maché-koppen – souvenirs van eerdere optochten – gaasvormen en gereedschap: de Oeteldonkse bouwhal, het epicentrum van het Bossche carnaval.

Op de werkbanken talloze slijptollen en schroeven. Aan de hoge wand, precies in het midden, een metershoge en brede vlag met daarop een portret van de Peer, die als een soort beschermheilige over de bouwers waakt.

Helemaal achterin is het domein van CV De Dikkupkes. De geur van frituurvet, frikandellen en lijm dringt zich op, net als het geluid van snerpende transistorradio’s, jankende lasapparatuur en lachsalvo’s. Een platte kar in het midden, eromheen de bouwers.

Het is november 2019 en over een paar maanden moet de minimalistische wagen omgeturnd zijn tot het pronkstuk: de praalwagen die meerijdt in de Oeteldonkse optocht van 2020. Als nummertje negen.

De geur van frituurvet, frikandel­len en lijm dringt zich op, net als het geluid van snerpende transistorradio’s, jankende lasappara­tuur en lachsalvo’s.

Echte Bossche club
De Dikkupkes, het is een hechte carnavalsvereniging ontstaan vanuit de voetbalclub FC Engelen. ,,Een echte Bossche club van een stuk of twintig ruimdenkende ‘jonge’ kwakbollen die ook net zo goed ‘De Dikbuikskes’ zouden kunnen heten”, zo vertelt voorzitter Mark Leijtens.

Het ledenbestand is gemêleerd: van stiefvaders tot verstokte vrijgezellen. Maar ze hebben een gedeelde passie: Oeteldonk. Carnaval is voor hen veel meer dan feestvieren, het is een way of life.

Van de rood-wit-gele onderzetters op het provisorische campingtafeltje tot de carnavalsfoto’s aan de muur. En van oude krantenknipsels tot een kerstkaart met daarop een groet van de Peer en de Kees: de werkplaats van De Dikkupkes ademt Oeteldonk-fanatisme uit.

Slangetje
Pièce de résistance is een ingelijste rubberen slang, waarmee clublid Kajo ‘Macgyver’ Pepping ooit op heroïsche wijze eigenhandig de deelname aan de optocht redde. Zonder dat slangetje en de inventieve vernuftigheid van Pepping zou de wagen zeker gestrand zijn. En ‘da wilde nie’, zoals hij zelf aangeeft, na zo’n titanenklus. Het is misschien wel de meest geliefde anekdote.

Zoals Oeteldonk bol staat van rituelen, zo is nu ook al te voorspellen hoe het verloop na de prijsuitreiking is. ,,Elk jaar gaan we naar onze stamkroeg, de Graven van Leuven. Als we dan binnenkomen, roept de barman: ‘Hoeveelste zijn jullie geworden?’ Ongeacht welke plaats we dan noemen, wordt steevast We Are the champions ingezet. En verschijnen er een paar flessen met sterke drank”, vertelt Silvia van Dinther, de vrouw van Leijtens.

De naam De Dikkupkes, dat is een verwijzing naar kikkervisjes. ,,Want in 1995 waren we natuurlijk nog jonge mennekes.” Zonder al te veel verplichtingen en andere verantwoordelijkheden, die volwassenheid nu eenmaal met zich meebrengt. Inmiddels zijn de meeste ‘Dikkupkes’ gesetteld, al dan niet met een paar kinderen. In veel gevallen zijn vrouw of vriendin aangehaakt. Sommige leden haakten af. ,,Te veel gedoe, het kostte te veel tijd, of ze kregen een vrouw die niets om carnaval gaf.”

Een echte Bossche club die ook net zo goed ‘De Dikbuikskes’ zouden kunnen heten

Hondstrouw
Hondstrouwe leden zijn er ook genoeg. Thomas ‘toeter’ Ridder bijvoorbeeld, die naar Noord-Holland verhuisde, een verstokte vrijgezel die de kar al elf jaar trekt als chauffeur. Tijdens de bouwperiode komt-ie elke zaterdag. En volgens de andere leden is hij ‘nog steeds op zoek naar een Bossche schone’. ‘Binnenstebuiten’, dat is dit jaar het centrale Oeteldonkthema. Het ontwerp is in handen van Addi Korthout. De Dikkupkes kozen voor een thema binnen het thema: ‘Oeteldonk bleft zuukende’. Met een tweekoppige minister in het midden, en een keur aan Oeteldonkbezoekers eromheen. De vreemdeling, de huisvrouw, de ras-Oeteldonkers. Gezelligheidszoekers die vanuit de ‘omringende moerassen’ – lees dorpen – opduiken.


Elk weekend klussen

Vanaf oktober wordt er elk weekend geklust, in de avonden ook. Langzaam ontvouwt de wagen zich tot de wagen zoals deze in de optocht verschijnt. Al vijftien jaar lang bouwen ‘de kupkes’. ,,Elk jaar is er wat minder stress en gaan de zaken gestroomlijnder. En dus hoef ik elk jaar iets minder ‘de dictator’ uithangen.”

Zoals alle leden een bijnaam hebben, heeft Leijtens deze toebedeeld gekregen. Al moet-ie er zelf wel om lachen. ,,Soms heb je inderdaad iemand nodig die streng durft te zijn. Die mensen erop aanspreekt als ze niet komen, of even aangeeft als er flink gas gegeven moet worden.’’

Bewegingen
Nadat het idee en de tekening zijn uitgewerkt, wordt bepaald welke bewegingen er allemaal mogelijk zijn en of deze pneumatisch, elektrisch, hydraulisch of zelfs handmatig worden uitgevoerd. Op de basisconstructie van staal worden alle poppen en de aankleding bevestigd. Het gebruik van foam en schuim is populair, maar vooral het kippengaas blijkt hier niet aan te slepen. Na het vormen wordt het gaas beplakt.

Tussen het klussen door is er altijd ruimte voor een lolletje, een praatje, een grapje, een biertje. Bezoekers? Die krijgen een warm onthaal, en worden naast wat typische Bossche grappen steevast getrakteerd op een sterk verhaal, een nog sterker bakkie koffie en een ‘delleke’ uit het vet. ,,Vanaf 1 oktober gaan er zo’n 25 frikandellen per week doorheen”, rekent Leijtens hardop. Tijdens het bouwen worden allerhande onderwerpen besproken. Van persoonlijk lief en leed tot techniek en tradities. De Oeteldonkse tradities welteverstaan. Want als echte Bossche carnavalsclub hebben de leden daarover natuurlijk een mening. Over het deurbeleid tijdens carnaval bijvoorbeeld, dat je sommige zaken niet inkomt zonder kiel.

Speciaal karretje voor de kleintjes
Kinderen worden er zo veel mogelijk bij betrokken. Bij het bouwen zelf, maar ook tijdens de optocht. Dan rijden de kleintjes in een speciaal karretje mee. ,,De kinderen vinden dat prachtig natuurlijk. Knutselen 2.0 voor ze.” Belangrijk voor de toekomst, zeggen Leijtens en van Dinther, want de aanwas wordt steeds minder. ,,Kijk maar eens rond, hier zijn veel grijze haren te tellen. En het is toch belangrijk dat deze mooie traditie in stand blijft.”

Artikelfoto: Voorzitter Mark Leijtens (links) en ontwerper Addi Korthout om de nog lege carnavalswagen van CV De Dikkupkes. © Roel van der Aa

Bron: Brabants Dagblad, Kim van Hout